ECLI:NL:CBB:2021:650
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoeken in bestuursrechtelijke zaken
Op 29 juni 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van een verzoeker tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn verzoeken om herziening. De verzoeker had eerder, op 30 maart 2021, verzocht om herziening van uitspraken van het College van 13 augustus 2019. Het College had deze verzoeken niet-ontvankelijk verklaard omdat ze onredelijk laat waren ingediend, meer dan een jaar na de bekendmaking van de relevante nova. De verzoeker betoogde in verzet dat de termijn voor indiening van de herzieningsverzoeken pas begint te lopen op de datum van openbaarmaking van de uitspraak waarvan herziening wordt verzocht. Dit betoog werd door het College verworpen, omdat de verzoeker wel degelijk nova had gesteld en de termijn dus op 2 juli 2019 was aangevangen.
Daarnaast voerde de verzoeker aan dat het ging om verzoeken om herziening van uitspraken over punitieve sancties, waarvoor geen termijn zou gelden. Ook dit betoog werd verworpen, omdat de uitspraken waar het om ging geen punitieve sancties betroffen, maar administratieve sancties in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun. Het College concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 29 juni 2021.