ECLI:NL:CBB:2021:623
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in verband met fosfaatrechten en bedrijfsvoering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 juni 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die zich in een lastige positie bevond door het niet kunnen handelen in melk afkomstig van zijn koeien. De verzoeker had eerder fosfaatrechten verkocht en vroeg nu om ontheffing van het fosfaatrechtenstelsel. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker zelf verantwoordelijk was voor zijn huidige situatie, aangezien hij door de verkoop van zijn fosfaatrechten zich in een positie had gebracht waarin hij geen melkvee meer mocht houden. Hierdoor was het spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening niet aanwezig, en werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de verzoeker voor zijn eigen bedrijfsvoering en de gevolgen van zijn eerdere beslissingen. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.