Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 april 2022 in de zaak tussen
[naam 1] , h.o.d.n. [naam 2] , te [plaats] , appellant,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
42 melk- en kalfkoeien en 64 stuks jongvee. Appellant is ook directeur en enig aandeelhouder van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “ [naam 3] B.V.” (hierna: de B.V.). Deze B.V. levert de door [naam 2] geproduceerde melk aan de Duitse markt.
College] ten minste 10.624,1 kg melk per jaar is geproduceerd of had kunnen worden geproduceerd zonder de BVD. Als de gegevens van appellant onvoldoende zijn om dit te kunnen vaststellen verzoekt appellant subsidiair om in lijn met artikel 74, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling (de zelfzuivelaarsregeling) de gemiddelde melkproductie per categorie 100-dier per jaar vast te stellen op 7.500 kg (met bijbehorende fosfaatexcretie van 39,1 kg). Voorts voert appellant aan dat het fosfaatrechtenstelsel het ongestoord genot van zijn eigendom aantast. Er is in zijn geval sprake van een individuele en buitensporige last omdat hij te weinig fosfaatrechten heeft verkregen om te kunnen leveren aan zijn Duitse afnemers. Ten slotte stelt appellant dat verweerder hem een vergoeding voor de kosten in bezwaar had moeten toekennen.
artikel 1 van het EP enkel aangevoerd dat zijn fosfaatrecht te laag is vastgesteld en dat hij daardoor niet meer onbeperkt aan derden kan leveren. Bijzondere omstandigheden kunnen op zichzelf meebrengen dat artikel 1 van het EP wordt geschonden bij de vaststelling van het fosfaatrecht. Er zijn in dit geval te weinig aanknopingspunten voor nadere bewijslevering over het verband tussen de BVD als mogelijke bijzondere omstandigheid en een lagere melkproductie. De verklaring van de dierenarts [naam 5] komt daarvoor onvoldoende betekenis toe omdat hij niet de dierenarts van het bedrijf van appellant was en niet concreet over het bedrijf van appellant verklaart maar in meer algemene zin. De dierenarts van het bedrijf, [naam 6] , bevestigt wel dat de BVD tot een daling van de melkproductie heeft geleid, maar noemt geen concrete gegevens en ook niet in welke jaren deze daling zich heeft afgespeeld.