ECLI:NL:CBB:2021:575
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd wegens verkoop van niet toegelaten biocide met geen zicht op legalisatie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dierenkliniek Den Ham B.V. en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. De zaak betreft een last onder dwangsom die aan appellante is opgelegd wegens het op de markt aanbieden van DRBP (Dutrirock Bedding Powder), een product dat als biocide wordt aangemerkt. De staatssecretaris heeft gesteld dat DRBP niet is toegelaten in Nederland, en dat het aanbieden en gebruiken van dit product in strijd is met de Verordening (EU) Nr. 528/2012 en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb).
Appellante heeft in beroep betwist dat DRBP een biocide is, maar heeft dit op de zitting niet langer volgehouden. Het College oordeelt dat de overtredingen vaststaan, aangezien DRBP niet is toegelaten. Appellante heeft aangevoerd dat verweerder in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld door geen advies te geven over de vereenvoudigde toelatingsprocedure. Het College oordeelt echter dat verweerder niet verplicht was om appellante of haar importeur te adviseren over deze procedure, en dat er geen aanleiding was om van handhaving af te zien.
Het beroep van appellante is ongegrond verklaard, en het College heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de beslissing is genomen door een meervoudige kamer.