ECLI:NL:CBB:2021:538
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel en de individuele last voor een melkveehouder met medische klachten
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 mei 2021, zaaknummer 19/1997, werd het fosfaatrechtenstelsel beoordeeld in het licht van de individuele situatie van de appellant, een melkveehouder met ernstige longklachten. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die op 10 januari 2018 was vastgesteld op 453 kg. De appellant stelde dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legde, vooral omdat hij door zijn ziekte niet meer in staat was om vleesvee te houden en was overgestapt op melkvee. Het College oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat er een noodzaak was om over te schakelen naar melkvee en dat zijn investeringen in die omschakeling niet navolgbaar waren, mede gezien de afschaffing van het melkquotum. Het College concludeerde dat het fosfaatrechtenstelsel op het niveau van de regeling geen strijd opleverde met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Wel werd de appellant recht toegekend op een schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de melkveehouder voor zijn ondernemersbeslissingen en de afweging van belangen tussen milieu en individuele lasten.