ECLI:NL:CBB:2021:410

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
13 april 2021
Publicatiedatum
13 april 2021
Zaaknummer
19/1517
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake beheerseisen onder de uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB

Op 13 april 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een rectificatie uitgesproken van zijn eerdere uitspraak van 23 maart 2021, met zaaknummer 19/1517 (ECLI:NL:CBB:2021:311). De rectificatie betreft een kennelijke onjuistheid in rechtsoverweging 18 en onder 'Beslissing', waar een verwijzing naar 'Raadartikel 4, eerste lid, richtlijn 2002/37/EG' onjuist was gespeld. Het College heeft vastgesteld dat deze onjuistheden eenvoudig te herstellen zijn en heeft daarom besloten om de uitspraak op deze punten te rectificeren.

In de rectificatie wordt verduidelijkt dat beheerseis (RBE) 10, zoals vastgesteld in bijlage II van Verordening (EU) Nr. 1306/2013, ook van toepassing is op situaties waarin een gewasbeschermingsmiddel is gebruikt dat in de betrokken lidstaat niet overeenkomstig de relevante verordening is toegelaten. De uitspraak van 23 maart 2021 is aangepast om deze verduidelijking op te nemen, en de gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

De beslissing tot rectificatie is genomen door de rechters A. Venekamp, B. Bastein en D. Brugman, in aanwezigheid van griffier K. Naganathar. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 april 2021.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 19/1517
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 april 2021 tot rectificatie van de verwijzingsuitspraak tussen

Maatschap [naam 1] en [naam 2] , te [plaats] , appellante

(gemachtigde: mr. A.A. Westers)
en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: mr. C.J.M. Daniels).

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 23 maart 2021 met zaaknummer 19/1517 (ECLI:NL:CBB:2021:311) in rechtsoverweging 18. en onder “Beslissing” een kennelijke onjuistheid bevat.

Overwegingen

In rechtsoverweging 18. en onder “Beslissing” wordt verwezen naar “Raadartikel 4, eerste lid, richtlijn 2002/37/EG” en wordt beheerseis onjuist gespeld. Het College overweegt dat hier sprake is van onjuistheden.
Nu de uitspraak kennelijke en voor een eenvoudig herstel vatbare onjuistheden bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op deze punten te rectificeren.
Het College wijzigt de uitspraak van 23 maart 2021, met zaaknummer 19/1517, als volgt.
“18. (…) “Moet beheerseis (RBE) 10, zoals vastgesteld in bijlage II van Verordening (EU)
Nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, waarin wordt verwezen naar artikel 55, eerste en tweede zin van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad, aldus worden uitgelegd dat die beheerseis ook ziet op de situatie waarin een gewasbeschermingsmiddel is gebruikt dat in de betrokken lidstaat niet overeenkomstig laatstgenoemde verordening is toegelaten ?”
(…)

Beslissing

(…)
Moet beheerseis (RBE) 10, zoals vastgesteld in bijlage II van Verordening (EU)
Nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, waarin wordt verwezen naar artikel 55, eerste en tweede zin van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad, aldus worden uitgelegd dat die beheerseis ook ziet op de situatie waarin een gewasbeschermingsmiddel is gebruikt dat in de betrokken lidstaat niet overeenkomstig laatstgenoemde verordening is toegelaten ?”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 23 maart 2021 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Venekamp, mr. B. Bastein en mr. D. Brugman, in aanwezigheid van mr. K. Naganathar, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2021.
w.g. A. Venekamp w.g. K. Naganathar