Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2021 in de zaak tussen
[naam] te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
37,8 +
bij voorkeureen gestratificeerde methode wordt gehanteerd, laat artikel 33, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling in samenhang met bijlage C van de Uitvoeringsregeling geen ruimte voor het toepassen van een andere methode van bemonstering. Verweerder verwijst naar de uitspraak van het College van 28 april 2020, ECLI:NL:CBB:2020:314, rechtsoverweging 6.1, waarin het College dit heeft bevestigd. Gelet hierop is de fosfaattoestand van de in geding zijnde 9,98 ha grasland terecht vastgesteld als ‘laag’, met een gebruiksnorm van 100 kg fosfaat per ha grasland en is de totale fosfaatruimte juist vastgesteld op 1.554,9 kg.