Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 maart 2021 in de zaak tussen
V.O.F. [naam 1] en haar vennoten [naam 2] ,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
OverwegingenDe Regeling
Feiten
Op 16 januari 2014 zijn twee vergunningen verleend in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De ene vergunning is verleend voor het houden van 400 melk- en kalfkoeien en 50 stuks jongvee aan de [adres 1] . De andere vergunning is verleend voor het houden van 200 stuks jongvee aan de [adres 2] . Op 10 februari 2015 is aan appellante een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een nieuwe ligboxenstal voor 398 melkkoeien en 50 stuks jongvee, welke vergunning was aangevraagd op 28 oktober 2014.
Op 17 november 2014 sloot appellante een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een melkveestal voor een bedrag van € 502.930,-. Op 20 november 2014 sloot appellante aan aannemingsovereenkomst voor de nieuwbouw van een stal voor een bedrag van € 583.489,-.
Op 15 februari 2015 heeft appellante een financieringsovereenkomst gesloten met de [naam 6] voor een bedrag van € 3.068.000,- voor de bouw van de nieuwe stal, de machines, inventaris en het werkkapitaal.
Op de peildatum 2 juli 2015 was de bouw van de stal nog in volle gang. Appellante hield op de peildatum 195 melkkoeien, 92 vrouwelijke kalveren en 123 vrouwelijke pinken. Op 10 november 2015 is de stal in gebruik genomen.
Besluiten van verweerder
Het beroep
Het betoog faalt.
Het betoog faalt.
Motiveringsgebrek
Het betoog faalt.
Verweerder heeft de bijzondere omstandigheden in het bestreden besluit alleen gewogen in het licht van de knelgevallenregeling zoals neergelegd in artikel 12, tweede lid van de Regeling. Dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling maakt niet dat verweerder de bijzondere omstandigheden niet ook had moeten beoordelen in het licht van de in bezwaar gestelde individuele buitensporige last. Door de bijzondere omstandigheden niet mee te wegen in het betoog over de individuele buitensporige last heeft verweerder gehandeld in strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Slotsom
Beslissing
de uitspraak te ondertekenen de uitspraak te ondertekenen