ECLI:NL:CBB:2021:232
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.L. Verbeek
- J.W.E. Pinckaers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vastgesteld op basis van Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveebedrijf, vertegenwoordigd door appellante, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het geschil betreft de vaststelling van het fosfaatrecht van appellante op basis van de Meststoffenwet (Msw). Appellante heeft in beroep aangevoerd dat de Nitraatrichtlijn onvoldoende grondslag biedt voor het stelsel van fosfaatrechten en dat er sprake is van ongeoorloofde staatssteun. De minister had eerder het fosfaatrecht vastgesteld op 10.742 kg, waarbij een generieke korting van 8,3% was toegepast. In het bestreden besluit werd het fosfaatrecht verhoogd naar 11.068 kg, maar de generieke korting bleef van toepassing.
Tijdens de zitting op 12 oktober 2020 zijn partijen niet verschenen. Het College heeft de beroepsgronden van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat het betoog over de Nitraatrichtlijn en staatssteun niet slaagt. Het College verwijst naar eerdere uitspraken waarin vergelijkbare argumenten zijn verworpen. Ook de stelling dat het bestreden besluit niet voldoende gemotiveerd is, werd verworpen, omdat de minister met een berekening had onderbouwd dat het fosfaatrecht van appellante groter was dan de fosfaatruimte, wat de toepassing van de generieke korting rechtvaardigde.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 maart 2021.