ECLI:NL:CBB:2021:227
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- J.L. Verbeek
- J.W.E. Pinckaers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vastgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vennootschap onder firma (VOF) en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de vaststelling van het fosfaatrecht van de appellante, die een melkveebedrijf exploiteert. Het primaire besluit van de minister, genomen op 5 januari 2018, stelde het fosfaatrecht vast op 5.023 kg, waarbij een generieke korting van 8,3% was toegepast. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, wat leidde tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van haar bezwaar en een verhoging van het fosfaatrecht naar 5.168 kg in het bestreden besluit van 2 januari 2019.
Appellante heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij zij aanvoert dat de Nitraatrichtlijn onvoldoende grondslag biedt voor het stelsel van fosfaatrechten en dat er sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Tijdens de zitting op 19 oktober 2020 zijn partijen niet verschenen. Het College heeft de beroepsgronden van appellante verworpen, maar constateerde dat er één melkkoe te weinig was meegenomen in de berekening van het fosfaatrecht. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond verklaard moest worden.
Het College heeft het bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien door het fosfaatrecht van appellante vast te stellen op 5.206 kg. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 1.068,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 2 maart 2021, maar de voorzitter en de griffier waren verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.