ECLI:NL:CBB:2021:1109
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Geheimhoudingsbeslissing
- Rechtspraak.nl
Geheimhoudingsbeslissing inzake hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Rotterdam met betrekking tot mededingingswet en vertrouwelijke stukken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) op 20 december 2021 een geheimhoudingsbeslissing genomen in het kader van hoger beroep van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), Noordhoff Uitgevers B.V. en Sanoma Learning B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 maart 2021. De zaak betreft de vertrouwelijkheid van een aantal gedingstukken die door ACM zijn overgelegd, met het verzoek dat uitsluitend het College kennis mag nemen van deze stukken. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De stukken zijn gerelateerd aan een vergunningsbesluit van 28 augustus 2019 en een nieuw besluit van 26 augustus 2021.
De rechter-commissaris is gevraagd om te oordelen over de rechtmatigheid van de weigering van kennisneming van deze stukken. In zijn overwegingen heeft de rechter-commissaris de belangen van de betrokken partijen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor hun hoger beroep, anderzijds is er het belang van ACM om vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie te beschermen. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de door ACM aangevoerde redenen voor geheimhouding voldoende gewicht hebben en heeft besloten dat de beperking van kennisneming gerechtvaardigd is.
De beslissing houdt in dat de stukken 1 tot en met 147 en 149 tot en met 170 niet openbaar gemaakt worden. De rechter-commissaris heeft ook de identiteit van bepaalde uitgevers die informatie hebben verstrekt aan ACM in het kader van de fusieprocedure als vertrouwelijk aangemerkt, om represailles te voorkomen. De overige stukken bevatten gegevens die raken aan de persoonlijke levenssfeer, en ook deze vertrouwelijkheid is geëerbiedigd. Het College heeft Noordhoff en Sanoma verzocht om binnen twee weken te bevestigen of zij instemmen met de uitspraak op basis van de vertrouwelijke stukken, voor zover zij deze niet kennen.