ECLI:NL:CBB:2021:1066

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
14 december 2021
Publicatiedatum
13 december 2021
Zaaknummer
20/996
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar Regeling mondzorg

In de zaak tussen [naam 1], appellant, en de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster, heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 december 2021 uitspraak gedaan. De zaak betreft een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar van appellant tegen de Regeling mondzorg, gepubliceerd op 1 juli 2020. De Regeling mondzorg is door de verweerster aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift, waardoor er geen bezwaar mogelijk is. Appellant heeft in beroep zijn bezwaren tegen de artikelen 4 en 5 van de Regeling mondzorg herhaald, maar het College heeft geoordeeld dat deze bezwaren niet aan de orde kunnen komen, aangezien er op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen beroep kan worden ingesteld tegen een algemeen verbindend voorschrift. Het College heeft de uitspraak van 7 december 2016 (ECLI:NL:CBB:2016:425) als referentie gebruikt om zijn beslissing te onderbouwen. De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is en dat verweerster geen proceskosten hoeft te vergoeden. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier was aanwezig bij de uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Zaaknummer: 20/996

uitspraak van de meervoudige kamer van 14 december 2021 in de zaak tussen

[naam 1] , te [plaats] , appellant,

en

de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster

(gemachtigde: mr. A. Zelle).

Procesverloop

Op 1 juli 2020 heeft verweerster de Regeling mondzorg (NR/REG-2108) gepubliceerd in de Staatscourant.
Bij besluit van 30 september 2020 (bestreden besluit) heeft verweerster het bezwaar van appellant tegen (de artikelen 4 en 5 van) de Regeling mondzorg niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 november 2021. Appellant is zonder bericht niet verschenen. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] .

Overwegingen

1. Verweerster heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de Regeling mondzorg een algemeen verbindend voorschrift is, zodat daartegen geen bezwaar kan worden gemaakt.
2. Appellant heeft in beroep zijn inhoudelijke bezwaren tegen (de artikelen 4 en 5 van) de Regeling mondzorg herhaald.
3. Het College is het met verweerster eens en verwijst naar zijn uitspraak van 7 december 2016 (ECLI:NL:CBB:2016:425), in het bijzonder naar wat het College heeft overwogen in 5.1. De Regeling mondzorg bevat algemene regels die zorgaanbieders die onder de reikwijdte van de regeling vallen, in acht moeten nemen bij onder meer het registreren en declareren van geleverde prestaties. De regeling moet daarom worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift. Op grond van artikel 8:3, aanhef en onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan daartegen geen beroep worden ingesteld en op grond van artikel 7:1, eerste lid, van de Awb kan daartegen dus ook geen bezwaar worden gemaakt.
4. Dit betekent dat het College het beroep ongegrond moet verklaren. De inhoudelijke bezwaren van appellant kunnen daarom in dit geding niet aan de orde komen.
5. Verweerster hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.G.M. Simons, mr. J.L. Verbeek en
mr. M.C. Stoové, in aanwezigheid van F.L. van Haeften, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 december 2021.
w.g. T.G.M. Simons w.g. F.L. van Haeften