In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 30 november 2021, is het beroep van appellant [naam 1] ongegrond verklaard en zijn de beroepen van [naam 2] en [naam 3] niet-ontvankelijk verklaard. De zaak betreft een bezwaar dat [naam 1] heeft ingediend tegen een brief van het Productschap Tuinbouw, waarin een restitutieaanvraag werd afgewezen. Het College oordeelt dat de gemachtigden van appellant geen rechtstreeks belang hebben bij het bestreden besluit, waardoor hun beroepen niet-ontvankelijk zijn. Tevens wordt vastgesteld dat appellant geen misbruik van recht maakt, maar dat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard omdat de brief van 20 december 2011 geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is. Het College concludeert dat de bezwaartermijn is verstreken en dat er geen nieuwe rechtsgevolgen zijn ontstaan door de brief. De verzoeken om schadevergoeding van [naam 1], [naam 2] en [naam 3] worden afgewezen, omdat er geen sprake is van een onrechtmatig besluit of handeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijk belang bij het indienen van beroep en de voorwaarden waaronder misbruik van recht kan worden aangenomen.