Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2020 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] en [naam 2] , te [plaats] , gemeente [gemeente] (appellante),
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
9 december 2017, 16 december 2017 en 27 januari 2018 (de primaire besluiten) heeft verweerder op grond van de Regeling fosfaatreductieplan 2017 (de Regeling) aan appellante solidariteitsgeldsommen opgelegd van € 4.624,-voor periode 1 en van € 568,- voor periode 2, en hoge geldsommen van € 18.168,- voor periode 3 en van € 20.208,- voor periode 4 en een solidariteitsgeldsom van
€ 3.520,- voor periode 5.
Overwegingen
2 juli 2015 (de peildatum) en kent een bonusgeldsom toe indien een melkveehouder minder vrouwelijke runderen houdt dan het referentieaantal op de peildatum.
Wettelijke grondslag artikel 13 Landbouwwet
13 van de Landbouwwet. Op grond van de overwegingen in die uitspraak heeft de Regeling een wettelijke grondslag in artikel 13 van de Landbouwwet.
Inning van de geldsommen
De individuele en buitensporige last
Het zorgvuldigheidsbeginsel
Slotsom
Beslissing
mr. B. van Dokkum, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2020.
de uitspraak te ondertekenen. de uitspraak te ondertekenen.