1.2De Franse, Duitse en Engelse taalversie van artikel 59, zevende lid, van Verordening 1306/2013 luiden respectievelijk als volgt.
“Une demande d'aide ou une demande de paiement est rejetée si le bénéficiaire ou son représentant empêche la réalisation d'un contrôle sur place, sauf dans les cas de force majeure ou dans des circonstances exceptionnelles.”
“Ein Beihilfe- oder Zahlungsantrag wird abgelehnt, wenn der Begünstigte oder sein Vertreter die Durchführung einer Vor-Ort-Kontrolle verhindert, ausgenommen im Falle höherer Gewalt oder bei Vorliegen außergewöhnlicher Umstände.”
“An aid application or payment claim shall be rejected if the beneficiary or his representative prevents an on-the-spot check from being carried out, except in cases of force majeure or in exceptional circumstances.”
2. Bij Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (Verordening 1305/2013) zijn bepalingen vastgesteld met betrekking tot steun voor plattelandsontwikkeling (artikel 1 en titel III).
In artikel 28, eerste lid, van Verordening 1305/2013, dat gaat over Agromilieu- en klimaatsteun, is – kort gezegd – bepaald dat lidstaten in het kader van deze maatregel steun verlenen en dat deze maatregel is gericht op het behoud en de bevordering van de nodige veranderingen in de landbouwpraktijken die een positieve bijdrage leveren tot het milieu en het klimaat. De agromilieu- en klimaatbetalingen worden verleend aan landbouwers, groepen van landbouwers of groepen van landbouwers en andere grondbeheerders die zich er op vrijwillige basis toe verbinden concrete acties uit te voeren die bestaan uit een of meer door de lidstaten te bepalen agromilieu- en klimaatverbintenissen voor landbouwgrond (artikel 28, tweede lid). De agromilieu- en klimaatbetalingen mogen slechts worden verricht indien de betrokken verbintenissen verder gaan dan de ter zake relevante dwingende normen zoals bedoeld in titel VI, hoofdstuk I, van Verordening 1306/2013, de relevante criteria en minimumactiviteiten zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder c), ii) en iii), van Verordening 1307/2013, en relevante minimumvereisten voor het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en andere ter zake relevante dwingende voorschriften die bij nationaal recht zijn vastgesteld. Al deze dwingende voorschriften worden in het programma omschreven (artikel 28, derde lid).
In artikel 65, eerste lid, van Verordening 1305/2013 is bepaald dat de lidstaten overeenkomstig artikel 58, eerste lid, van Verordening 1306/2013 alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen om een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie te waarborgen.
In artikel 87 van Verordening 1305/2013 is bepaald dat Verordening 1306/2013 en de op grond ervan vastgestelde bepalingen van toepassing zijn op de in deze verordening vastgestelde maatregelen.
3. Bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van
17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (Verordening 1307/2013) zijn voorschriften vastgesteld voor het maken van rechtstreekse betalingen aan landbouwers, waaronder de basisbetalingsregeling en de vergroeningsbetaling (artikelen 1, 32 en 43).
4. Op grond van artikel 4, tweede lid, van Gedelegeerde Verordening (EU) n r. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden (Verordening 640/2014) worden gevallen van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden, samen met de desbetreffende bewijzen ten genoegen van de bevoegde autoriteit, schriftelijk aan die autoriteit gemeld binnen vijftien werkdagen vanaf de dag waarop dit voor de begunstigde of diens rechtsverkrijgende mogelijk is.
5. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden luidt, voor zover hier van belang, als volgt.
“(…)
TITEL III
CONTROLES
Hoofdstuk 1
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 24
Algemene beginselen
1. De in de onderhavige verordening vastgestelde administratieve controles en controles ter plaatse worden zo uitgevoerd dat een doeltreffende verificatie het volgende wordt gewaarborgd:
(…)
b) de naleving van alle subsidiabiliteitscriteria, verbintenissen en andere verplichtingen voor de betrokken steunregeling en/of bijstandsmaatregel, de voorwaarden voor de verlening van steun en/of bijstand (…);
c) de in het kader van de randvoorwaarden relevante eisen en normen.
(…)
5. Dit hoofdstuk is van toepassing op alle in het kader van de onderhavige verordening verrichte controles en onverminderd de specifieke regels in de titels IV en V. Lid 3 is evenwel niet van toepassing op titel V.
(…)
Hoofdstuk III
Controles ter plaatse in het kader van het geïntegreerd systeem
(…)
Afdeling 2
Controles ter plaatse inzake steunaanvragen in het kader van de areaalgebonden steunregelingen en betalingsaanvragen voor areaalgebonden bijstandsmaatregelen
Artikel 37
Onderdelen van de controles ter plaatse
1. Controles ter plaatse betreffen alle landbouwpercelen waarvoor steun wordt aangevraagd in het kader van in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 genoemde regelingen en/of waarvoor bijstand wordt aangevraagd in het kader van onder het geïntegreerd systeem vallende plattelandsontwikkelingsmaatregelen.
(…)”
6. Op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a en b, van de Uitvoeringsregeling verstrekt de minister rechtstreekse betalingen inzake de basisbetalingsregeling overeenkomstig artikel 32 van Verordening 1307/2013 en de betaling voor klimaat en milieuvriendelijke landbouwpraktijken. Ingevolge artikel 3.1, eerste lid, neemt een landbouwer die een aanvraag heeft ingediend voor rechtstreekse betalingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, de bepalingen in acht over de beheerseisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid, van Verordening 1306/2013, opgenomen in bijlage 3, en de normen voor het in goede landbouw- en milieuconditie houden van landbouwareaal, bedoeld in artikel 93, eerste lid, van Verordening 1306/2013, opgenomen in bijlage 4.
7. Op grond van het Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent subsidie voor natuur en landschapsbeheer Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Provincie Groningen 2016 (Subsidieregeling) kunnen gecertificeerde agrarische collectieven bij Gedeputeerde Staten subsidie aanvragen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (artikelen 3.1 en 3.2). Een agrarisch collectief is – kort gezegd – een samenwerkingsverband in een bepaald gebied dat bestaat uit landbouwers in dat gebied die zich vrijwillig hebben verenigd voor het uitvoeren van agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Deze collectieven vragen de subsidie aan; de landbouwers vragen dus niet meer individueel subsidie aan voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (zie de toelichting op de Subsidieregeling).