Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 augustus 2020 in de zaak tussen
V.O.F. [naam 1] , te [plaats] , gemeente [gemeente] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Procesverloop
[naam 3] , bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
Regeling
Feiten
Besluiten van verweerder
Beroepsgronden
Nbw-vergunning niet eerder kon starten met het uitbreiden van de veestapel. Appellante betoogt verder dat het bestreden besluit in strijd met het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel is genomen, omdat daarin de toets of sprake is van een fair balance niet op de juiste wijze is uitgevoerd en de minister daarin niet is ingegaan op het door haar overgelegde financiële rapport.
Beoordeling
Nbw-vergunning al op 24 december 2013 was aangevraagd, maar als gevolg van een daartegen aangevoerde bezwaarprocedure pas op 15 mei 2015 onherroepelijk is geworden, behoort tot het ondernemersrisico van appellante. Verder is de keuze om met eigen aanwas te groeien, waardoor op de peildatum 2 juli 2015 nog niet het beoogde aantal GVE was bereikt, een ondernemerskeuze die voor rekening en risico van appellante komt. Het College heeft in zijn uitspraak van 23 juli 2019 overwogen (onder 6.7.5.4) dat voor melkveehouders al vanaf het moment dat bekend werd dat het melkquotum zou worden afgeschaft en er dus een einde zou komen aan de begrenzing van mestproductie voor rundvee, redelijkerwijs duidelijk had moeten zijn dat een ongeremde groei van de melkveehouderij niet mogelijk was en dat in verband met die afschaffing maatregelen te verwachten waren. Appellante had daarom een zekere mate van voorzichtigheid moeten betrachten en zich moeten realiseren dat een dergelijke uitbreiding voor haar meer dan de gebruikelijke ondernemersrisico’s met zich zou brengen. Deze investeringsbeslissing acht het College, gezien het moment van de beslissing en het ontbreken van een noodzaak hiervoor, niet navolgbaar.
Overschrijding redelijke termijn
Proceskostenveroordeling
Beslissing
de uitspraak te ondertekenen. de uitspraak te ondertekenen.