ECLI:NL:CBB:2020:346
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake uitbetaling van GLB betalingsrechten
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] en [naam 2] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitbetaling van basis- en vergroeningsbetalingen voor het jaar 2018. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 19 mei 2020 uitspraak gedaan. De appellante had op 14 mei 2018 de Gecombineerde opgave 2018 ingediend, waarbij zij 294,30 hectare landbouwgrond had opgegeven. Bij enkele percelen had zij echter 0,00 hectare opgegeven en niet om uitbetaling gevraagd. Appellante stelde dat zij technische problemen had ervaren bij het invullen van de Gecombineerde opgave, wat haar verhinderde om alle percelen voor uitbetaling aan te geven. De minister had in zijn besluit de opgegeven oppervlakte van 294,30 hectare volledig in aanmerking genomen en een bedrag van € 101.267,66 aan basis- en vergroeningsbetaling toegekend.
Het College overwoog dat appellante geen procesbelang had, omdat zij het gevraagde bedrag had ontvangen. De minister betoogde dat de lopende procedure over de toewijzing van betalingsrechten geen invloed had op de uitbetaling van de betalingsrechten over 2018. Het College concludeerde dat er geen technische storing was vastgesteld en dat appellante bewust had gekozen om bij bepaalde percelen een oppervlakte van 0,00 hectare in te vullen om een korting te voorkomen. De keuze van appellante om geen risico te nemen was begrijpelijk, maar leidde niet tot gegrondverklaring van het beroep. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.