ECLI:NL:CBB:2020:310

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
28 april 2020
Zaaknummer
18/655 rectificatie
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake proceskostenvergoeding voor deskundigenrapport

Op 28 april 2020 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een uitspraak gedaan tot rectificatie van een eerdere uitspraak van 17 maart 2020, met zaaknummer 18/655. De rectificatie was noodzakelijk omdat de eerdere uitspraak een kennelijke onjuistheid bevatte, namelijk het niet toekennen van een vergoeding voor de door appellante ingeschakelde deskundige. De appellante, een V.O.F. gevestigd te [plaats], had de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als verweerder. Het College had op 31 maart 2020 partijen geïnformeerd over het voornemen tot rectificatie, waarop partijen hebben gereageerd.

In de overwegingen van de rectificatie heeft het College vastgesteld dat de kosten voor het deskundigenrapport van [naam 2] ten onrechte niet waren vergoed. De uitspraak van 17 maart 2020 is aangepast, waarbij het College heeft besloten de kosten voor het deskundigenrapport te vergoeden. De vergoeding voor de deskundige, H. Lammertink, bedraagt € 2.697,86, wat samen met andere kosten leidt tot een totale proceskostenvergoeding van € 4.010,36. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

De beslissing tot rectificatie is gedaan door mr. M. van Duuren, met mr. C.M.J. Rouwers als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 april 2020, waarbij de voorzitter verhinderd was om de uitspraak te ondertekenen.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 18/655
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2020 tot rectificatie van de uitspraak van 17 maart 2020 in de zaak tussen

V.O.F. [naam 1] , te [plaats] , appellante

(gemachtigde: mr. R.A.M. Verkoijen),
en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigden: mr. M. Krari).

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 17 maart 2020 met zaaknummer 18/655 (ECLI:NL:CBB:2020:162) een kennelijke onjuistheid bevat.
Het College heeft bij brief van 31 maart 2020 partijen bericht voornemens te zijn de uitspraak te rectificeren.
Partijen hebben op dit voornemen gereageerd.

Overwegingen

Het College overweegt dat bij het vaststellen van de proceskosten ten onrechte geen vergoeding is toegekend voor de door appellante ingeschakelde deskundige van [naam 2] . Nu de uitspraak een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare onjuistheid bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op dit punt te rectificeren.
Het College wijzigt de uitspraak van 17 maart 2020, met zaaknummer 18/655, als volgt.
“7.4 Tevens ziet het College aanleiding om de voor het deskundigenrapport gemaakte kosten te vergoeden. Gelet op artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van het Bpb, in samenhang gelezen met artikel 8:36, tweede lid, van de Awb en artikel 6 van het Besluit tarieven in strafzaken 2003, geldt voor de vergoeding van de gemaakte kosten voor een deskundigenrapport van 2018 een tarief van ten hoogste € 122,63 per uur. Dit betekent dat de door H. Lammertink gedeclareerde kosten tot een bedrag van € 2.697,86 (22 uur à € 122,63 per uur) voor vergoeding in aanmerking komen. Het totaal van de proceskostenvergoeding bedraagt € 4.010,36 (€ 1.312,50 + € 2.697,86).
(…)
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellant tot een bedrag van
€ 4.010,36”
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 17 maart 2020 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Duuren, in aanwezigheid van mr. C.M.J. Rouwers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 april 2020.
De voorzitter is verhinderd De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen. de uitspraak te ondertekenen.