Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 januari 2020 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Naar het College begrijpt beoogt appellante hiermee te betogen dat verweerder met haar de (harde) afspraak heeft gemaakt of aan haar de toezegging heeft gedaan dat bij haar alleen hercontroles zouden worden uitgevoerd en haar woning slechts dan zou worden schoongemaakt, wanneer deze ruim van tevoren bij haar waren aangekondigd en dat, nu verweerder deze afspraak niet is nagekomen, de kosten van de toegepaste bestuursdwang niet in redelijkheid op haar kunnen worden verhaald.
€ 49,01 ten onrechte in rekening zijn gebracht bij appellante.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond;
- verklaart het beroep tegen het kostenbesluit gegrond;
- vernietigt het kostenbesluit;
- bepaalt dat appellante aan kosten voor de toepassing van bestuursdwang een bedrag van € 9.173,36 is verschuldigd aan verweerder en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde kostenbesluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 174,- aan appellante te vergoeden;
€ 1.050,-.