ECLI:NL:CBB:2020:128
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, een jonge landbouwer, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellant had een aanvraag ingediend voor toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers, maar deze aanvraag werd door de minister afgewezen. De minister stelde dat de appellant niet voldeed aan de leeftijdseis voor jonge landbouwers, omdat hij al langer dan vijf jaar als bedrijfshoofd een landbouwbedrijf had opgericht. De appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit werd ongegrond verklaard. Het College had eerder in een uitspraak van 24 april 2018 het besluit van de minister vernietigd en de minister opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het nieuwe besluit werd de aanvraag opnieuw afgewezen, omdat de appellant volgens de minister niet kon aantonen dat hij in de relevante periode gemiddeld meer dan 24 uur per week werkzaam was buiten de maatschap die hij met zijn vader had. Het College oordeelde dat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat hij aan de voorwaarden voldeed om als jonge landbouwer te worden aangemerkt. De uitspraak concludeerde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen en verklaarde het beroep van de appellant ongegrond.