Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 december 2020 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 2.100,-.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en een appellante die een melkveehouderij exploiteert. De minister had een randvoorwaardenkorting van 61% opgelegd op de subsidies van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) die appellante in 2018 had aangevraagd, vanwege vermeende overtredingen van de identificatie- en registratieregels voor runderen. Appellante heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij betoogde dat de opgelegde korting onterecht en buitensporig hoog was.
Het College heeft vastgesteld dat appellante inderdaad niet alle doodgeboortes van runderen had gemeld, maar oordeelde dat de minister niet bevoegd was om een korting op te leggen voor deze niet-gemelde doodgeboortes, aangezien de kennisgeving van doodgeboortes niet verplicht is volgens de geldende regelgeving. Het College heeft de minister in het gelijk gesteld wat betreft de overtredingen van de randvoorwaarden met betrekking tot de identificatiemiddelen voor runderen, maar heeft de totale korting verlaagd naar 21% in plaats van de opgelegde 61%.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een correcte interpretatie van de regelgeving omtrent de identificatie en registratie van dieren en de gevolgen van niet-naleving. Het College heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 2.100,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de proceskosten zijn vergoed.