Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 maart 2019 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
.Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Overwegingen
13 mei 2015 een private overeenkomst gesloten, waarbij is bepaald dat op 1 januari 2015 sprake is van overdracht referentiewaarde (inclusief betalingsrechten) door verhuur van 11,90 ha.
€ 29.125,94. Daarbij heeft verweerder een oppervlakte van 70,93 ha in aanmerking genomen. Tevens is vastgesteld dat appellante sub 1 beschikt over 70,93 betalingsrechten. Bij deze vaststelling heeft verweerder geen rekening gehouden met de private overeenkomst tussen appellante sub 1 en appellante sub 2.
.Nu er niet (tijdig) is voldaan aan de voorwaarden, zijn er voor het jaar 2016 geen betalingsrechten overgedragen van appellante sub 2 naar appellante sub 1
.Dat appellante sub 1 niet bekend was met de voor haar geldende wet- en regelgeving komt voor haar rekening en risico. Verweerder meent bovendien dat hij appellanten bij brief van 2 april 2016 voldoende heeft voorgelicht. Het feit dat appellante sub 1 wel is overgegaan van het melden van de private overeenkomst met een andere verhuurder in zowel 2015 en 2016 wijst er ook op dat appellante sub 1 bekend was met het vereiste dat een overdracht van betalingsrechten ieder jaar van aanvraag moet worden gemeld. Voor zover appellante sub 1 met betrekking tot de gezondheidstoestand van de eigenaar van appellante sub 2 een beroep heeft willen doen op overmacht, is verweerder van mening dat er geen sprake is van abnormale en onvoorziene omstandigheden en appellante sub 1 dit bovendien niet tijdig heeft gemeld.