Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 5 maart 2019 op het hoger beroep van:
[naam 1] , te [plaats] , appellant
(gemachtigden: mr. drs. J.F. Garvelink en mr. D.C. Theunis),
Openbaar Ministerie, Functioneel Parket te Den Bosch, afdeling Fraude (OM), vertegenwoordigd door officier van justitie mr. P.T.R. Bliek
Procesverloop in hoger beroep
17 november 2017, met nummer 16/3002 Wtra AK (www.tuchtrecht.nl, ECLI:NL:TACAKN:2017:73).
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de accountantskamer
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Grief 1
22 september 2017 heeft voorgelezen, kan worden opgemaakt dat hij de ontvankelijkheid van de klacht aan de orde heeft gesteld. Aan dit verweer is in de bestreden uitspraak ten onrechte geen aandacht besteed.
Beslissing
mr. W.C.E. Winfield, in aanwezigheid van mr. C.G.M. van Ede, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2019.