ECLI:NL:CBB:2019:521
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. Bastein
- K.K.E. Blom
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Landbouw inzake uitbetaling betalingsrechten GLB
In deze zaak heeft appellante, een vennootschap onder firma, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 22 februari 2018, betrof de aanvraag van appellante voor uitbetaling van betalingsrechten voor het jaar 2017 op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. De minister heeft in het bestreden besluit van 28 mei 2018 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Appellante heeft in haar Gecombineerde opgave van 6 april 2017 en een latere wijziging op 12 mei 2017 een aantal percelen grasland opgegeven, maar de gewascode van enkele percelen gewijzigd, wat leidde tot een geschil over de subsidiabiliteit van deze percelen.
Tijdens de zitting op 22 juli 2019 heeft appellante haar standpunt herhaald en benadrukt dat zij de gewascode had gewijzigd om kortingen te voorkomen. Het College heeft overwogen dat de minister terecht heeft gesteld dat na de uiterste datum voor het indienen van de Gecombineerde opgave geen uitbreiding van de aanvraag mogelijk is, tenzij er sprake is van een kennelijke fout. Het College heeft vastgesteld dat appellante bewust een niet-subsidiabele code heeft opgegeven, waardoor er geen sprake is van een kennelijke fout. De uitspraak van het College concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.