Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 september 2019 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
omdat ten aanzien van dat areaal betalingsrechten kunnen worden toegekend(onderstreping College). Bij deze correctie worden eerst de schapen aan het eigen grasland toegerekend en vervolgens de vrouwelijke runderen, omdat op bedrijven met zowel schapen als runderen, de schapen vaker rondom het bedrijf grazen.”
15 mei 2016. Het betoog dat de percelen 39, 40, 41 en 42 qua begroeiing en gebruik gelijk zijn aan perceel 30, welk perceel door verweerder als niet subsidiabel grasland is aangemerkt, gaat eraan voorbij dat verweerder de percelen 40, 41 en 42 en de zuidzijde van perceel 39 vanwege de aanwezigheid van tussenbermen als niet subsidiabel grasland heeft aangemerkt.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit 2 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit 2 voor zover dat betrekking heeft op de percelen 5, 16 en 29;
- draagt verweerder op binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan appellante te vergoeden; en
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.024,-.