Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 september 2019 in de zaak tussen
[naam 1] h.o.d.n. [naam 2] , te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid).
Procesverloop
Overwegingen
1 januari tot en met 15 oktober van het jaar van de steunaanvraag, en dat voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 2.22, respectievelijk artikel 2.23.
(€ 2.4 miljoen voor runderen en € 1.1 miljoen voor schapen). De betaling per subsidiabel rund is € 160 en per subsidiabel schaap € 24.
omdat ten aanzien van dat areaal betalingsrechten kunnen worden toegekend(onderstreping College). Bij deze correctie worden eerst de schapen aan het eigen grasland toegerekend en vervolgens de vrouwelijke runderen, omdat op bedrijven met zowel schapen als runderen, de schapen vaker rondom het bedrijf grazen.”
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) om aan appellant een vergoeding voor immateriële schade van € 500,- te betalen;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 256,-.