ECLI:NL:CBB:2019:337
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.C. Stam
- F. Willems
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vastgesteld op basis van Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij zijn fosfaatrecht was vastgesteld op 1.844 kilogram. Na een bezwaarschrift van de appellant werd dit fosfaatrecht verhoogd naar 3.049 kilogram, maar de appellant was het hier niet mee eens en ging in beroep. De zaak werd behandeld op 21 juni 2019, waarbij de appellant werd bijgestaan door een gemachtigde.
De appellant stelde dat hij zonder de gevolgen van paratuberculose, die zijn bedrijf in 2014 had getroffen, op 2 juli 2015 zou hebben beschikt over meer melkkoeien en jongvee, en verzocht de minister om hiermee rekening te houden bij de berekening van het fosfaatrecht. De minister betwistte dit en stelde dat de knelgevallenregeling niet bedoeld is om niet gerealiseerde groei te compenseren. Het College oordeelde dat de minister terecht het aantal dieren op 2 juli 2015 had vastgesteld en dat de knelgevallenregeling niet van toepassing was in deze situatie.
Het College concludeerde dat de minister het fosfaatrecht te laag had vastgesteld, omdat hij een verkeerd excretieforfait had gebruikt. Het beroep van de appellant werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd en het fosfaatrecht werd vastgesteld op 3.136 kilogram. Tevens werd de minister opgedragen het betaalde griffierecht aan de appellant te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 augustus 2019.