ECLI:NL:CBB:2019:30
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen een beleidsregel waarschuwing in het bestuursrecht
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 januari 2019, wordt de ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen een schriftelijke waarschuwing van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beoordeeld. De waarschuwing was gebaseerd op een overtreding van artikel 8, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1/2005, die betrekking heeft op de bescherming van dieren tijdens het vervoer. Appellant, die h.o.d.n. [naam 2] opereert, ontving de waarschuwing op 24 januari 2017, na een inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die letsel bij kuikens constateerde. Appellant maakte bezwaar tegen de waarschuwing, maar dit werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard, omdat de waarschuwing volgens verweerder geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Tijdens de zitting op 11 december 2018 werd appellant bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het College concludeert dat de waarschuwing niet gericht is op rechtsgevolg en dus niet als een besluit kan worden aangemerkt. De waarschuwing is gebaseerd op beleidsregels en legt appellant geen bindende verplichtingen op. Het College oordeelt dat de waarschuwing geen punitieve sanctie is en dat appellant niet in zijn recht is benadeeld, aangezien hij in de toekomst tegen eventuele handhavingsbesluiten rechtsmiddelen kan aanwenden.
Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van verweerder om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters en de griffier.