In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 16 juli 2019, zaaknummer 17/1843, staat de vraag centraal of de appellant terecht een last onder dwangsom is opgelegd door de gemeente Amsterdam wegens overtreding van de Taxiverordening. De appellant, die zich op een laad- en losplaats bevond met het bord 'TAXI' op zijn voertuig, stelde dat hij geen taxivervoer aanbood, maar enkel op zijn telefoon aan het kijken was in verband met app-werk. Het College oordeelt dat de Taxiverordening een wettelijke grondslag ontbeert, omdat deze een andere maatstaf hanteert dan de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000). De appellant had geen geldige Taxxxivergunning en het College concludeert dat hij door zijn handelen wel degelijk taxivervoer heeft aangeboden. De uitspraak vernietigt het bestreden besluit van de gemeente, maar laat de rechtsgevolgen daarvan in stand. Tevens wordt de gemeente veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn gemaakt voor de rechtsbijstand.