Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 juli 2019 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
535.737 kg, een gemiddelde melkproductie per koe in 2015 van 8.783 kg en een excretieforfait van 42,7 kg. Op de peildatum van 2 juli 2015 hield appellante 62 melk- en kalfkoeien en 63 stuks jongvee. Omdat appellante niet grondgebonden is en het verschil tussen haar fosfaatproductie en fosfaatruimte niet groter is dan de generieke korting van 8,3%, wordt zij gekort tot haar fosfaatruimte.
2 juli 2015. Het College ziet geen aanleiding om hierover thans anders te oordelen.
PAL-waarde van 65. Perceel 9 heeft een oppervlakte van 3,05 ha en een PAL-waarde van 46. Gebaseerd hierop moet het totaal aantal hectare gecategoriseerd in grasland neutraal met het aantal hectare van perceel 9 worden verhoogd van 12,29 ha naar 15,34 ha en moet het aantal hectare gecategoriseerd in grasland hoog worden verlaagd naar 2,5 ha. Dit had een hogere fosfaatruimte opgeleverd.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt verweerder op het door appellante in beroep betaalde griffierecht van € 338,- te vergoeden.