Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 april 2019 op het hoger beroep van:
[naam 1] B.V., te [plaats] , appellante
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
€ 10.500,- vanwege zes overtredingen van de Wet dieren, aangeduid als de beboetbare feiten 1 tot en met 6. Het beboetbare feit 1 houdt in dat de door appellante gehouden vleeskuikens geen permanente toegang hadden tot droog en los strooisel op de vloer. Het beboetbare feit 2 houdt in dat in stal 2 de maximale bezettingsgraad niet is verlaagd naar 39 kg/m², ondanks een te hoge gemiddelde voetzoollaesiescore. De beboetbare feiten 3, 4, 5 en 6 houden in dat de maximaal toegestane bezettingsdichtheid van 42 kg/m² in respectievelijk de stallen 1, 2, 3 en 4 is overschreden.