Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 mei 2017 op het hoger van:
[naam 1] B.V., te [plaats] , appellante
(gemachtigde: mr. E.T. Stevens),
appellante ende staatssecretaris van Economische Zaken, (staatssecretaris)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Appellante heeft aangevoerd dat het boeterapport onvoldoende grondslag biedt voor de opgelegde boetes, omdat de daarin vermelde bevindingen van de toezichthouders zeer summier zijn toegelicht en niet ingaan op de omvang en ernst van de aangetroffen situatie. De rechtbank heeft de bevindingen zoals weergegeven in het boeterapport klakkeloos overgenomen. Hierdoor heeft het boeterapport absolute kracht van bewijs gekregen. Voor appellante voelt dit als een veroordeling zonder eerlijk proces terwijl zij het tegendeel aan de hand van getuigenverklaringen heeft aangetoond. Appellante spant zich dag en nacht in om ervoor te zorgen dat er voor alle kuikens permanent droog strooisel beschikbaar is. Om dit te bereiken hangen in de stallen drinklijnen met nippels. Elke nippel geeft bij aanraking een druppel water af. Niet elke druppel wordt opgedronken. Het kan zijn dat ter plaatse van de nippels het strooisel iets nat is vanwege water dat gemorst is. Dat is op elk vleeskuikenbedrijf de realiteit. Echter, aan de eis dat alle vleeskuikens permanent toegang moeten hebben tot droog en los strooisel op de vloer heeft zij zondermeer voldaan. Met betrekking tot de lichtintensiteit heeft appellante aangevoerd dat deze bij een eerdere controle van de NVWA, die in 2013 met een app op de telefoon heeft plaatsgevonden, gecontroleerd en aangepast is. De lichtintensiteit voldeed op dat moment. Haar kan niet worden verweten dat deze bij de controle op 3 juli 2014 niet voldeed. Appellante is het voorts niet eens met de hoogte van de opgelegde boete.
(…)
(…)