3.2In de Verordening paardenpaspoort zelf is onder andere bepaald:
“ Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
(…)
c) „houder”: elke natuurlijke of rechtspersoon die in het bezit is van paardachtigen of belast is met het houden van paardachtigen, al dan niet tegen een financiële vergoeding, zowel permanent als tijdelijk, ook tijdens het vervoer, op markten of tijdens wedstrijden, races of culturele evenementen;
d) „eigenaar”: de natuurlijke of rechtspersoon die het eigendomsrecht over de paardachtige bezit;
e) „geregistreerde paardachtigen” zijn:
i) paardachtigen die ingeschreven of geregistreerd zijn en in aanmerking komen voor
inschrijving in een stamboek overeenkomstig de voorschriften van artikel 4, lid 2, onder b),
van Richtlijn 90/427/EEG en die geïdentificeerd zijn door middel van een in artikel 8, lid 1,
van die richtlijn vermeld identificatiedocument; of
ii) paarden, met inbegrip van pony's, die geregistreerd zijn bij een internationale vereniging of
organisatie die paarden beheert met het oog op wedstrijden of paardenrennen, en die
geïdentificeerd zijn door middel van een identificatiedocument dat is afgegeven door de
nationale afdeling van die vereniging of organisatie;
(…)
i) „bevoegde instantie”: de centrale instantie van een lidstaat die bevoegd is officiële controles te organiseren, of elke andere instantie waaraan die bevoegdheid is gedelegeerd; met inbegrip van de bevoegde instantie waarnaar in artikel 2, punt h), van Richtlijn 2009/156/EG wordt verwezen; (…)
Artikel 5
Instanties van afgifte voor in de Unie geboren paardachtigen
1. Het in artikel 7 bedoelde identificatiedocument wordt afgegeven door een van de volgende instanties van afgifte:
a) voor geregistreerde paardachtigen als bedoeld in artikel 2, punt e), i), van deze verordening: door een officieel overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Beschikking 92/353/EEG erkende organisatie of vereniging of door een officieel agentschap van een lidstaat dat het stamboek beheert waarin de paardachtige is ingeschreven of geregistreerd en in aanmerking komt voor inschrijving overeenkomstig Beschikking 96/78/EG; (…)
Artikel 23
Verplaatsen en vervoeren van geregistreerde paardachtigen en als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen
1. De identificatiedocumenten die overeenkomstig artikel 9, lid 1, artikel 14, artikel 29, artikel 30 of artikel 32 voor geregistreerde paardachtigen of voor als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen worden afgegeven, vergezellen de paardachtigen waarvoor ze zijn afgegeven, te allen tijde (…)
Artikel 29
De afgifte van duplicaten van identificatiedocumenten
1. De in artikel 5, lid 1, bedoelde instantie van afgifte geeft een duplicaat van het identificatiedocument af wanneer:
a) het originele identificatiedocument is zoekgeraakt en de identiteit van het dier kan worden vastgesteld, met name dankzij de door de transponder uitgezonden code of de alternatieve methode voor de verificatie van de identiteit overeenkomstig artikel 21; of
b) (…)
2.In de in lid 1 beschreven gevallen zorgt de in artikel 5, lid 1, bedoelde instantie van afgifte er op aanvraag van de houder of op verzoek van de bevoegde instantie voor dat:
a.) (…)
b) een duplicaat van het identificatiedocument wordt afgegeven dat duidelijk als zodanig is gekenmerkt („duplicaat identificatiedocument”) en naar het uniek levensnummer verwijst dat is opgeslagen in de database van de instantie van afgifte (…)
Artikel 32
De afgifte van vervangende identificatiedocumenten
1.De in artikel 5, lid 1, bedoelde instantie van afgifte geeft een vervangend identificatiedocument af wanneer:
a) het originele identificatiedocument is zoekgeraakt en:
i) de identiteit van het dier niet kan worden achterhaald;
ii) er geen aanwijzingen of bewijzen zijn dat al eerder een identificatiedocument voor dit dier
is afgegeven door een in artikel 5, lid 1, bedoelde instantie van afgifte;
b) het dier niet binnen de in artikel 12, lid 1 of 2, artikel 14 of artikel 43, lid 2, vastgestelde termijnen is geïdentificeerd.”