ECLI:NL:CBB:2018:6
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen boete wegens overtreding van de Wwft met betrekking tot ongebruikelijke transacties
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, een B.V. die trustdiensten verleent, was door De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) een bestuurlijke boete van € 40.000,- opgelegd wegens het niet onverwijld melden van een ongebruikelijke transactie, in strijd met artikel 16, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). De zaak draait om de uitleg van het begrip 'transactie' en de vraag of de appellante voldoende informatie had om te concluderen dat de transactie ongebruikelijk was. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en het College bevestigde deze uitspraak. Het College oordeelde dat de overdracht van aandelen in een rechtspersoon, waarbij de uiteindelijke belanghebbende veranderde, kwalificeerde als een ongebruikelijke transactie. De rechtbank en het College waren van mening dat appellante had moeten begrijpen dat deze transactie meldingsplichtig was, gezien de risico's van witwassen en terrorismefinanciering. De boete werd als passend en geboden beschouwd, ondanks de inspanningen van appellante om cliëntenonderzoek te doen. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak werd bevestigd.