In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] V.O.F. en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de indeling in tariefcategorieën voor aansluit- en transporttarieven onder de Elektriciteitswet 1998. Het geschil ontstond naar aanleiding van een klacht van [naam 1] over de tariefcategorie waarin zij door Enexis B.V. was ingedeeld na een verhoging van haar gecontracteerde transportvermogen. De appellante, [naam 1], stelde dat zij ten onrechte in de tariefcategorie MS-Distributie (MS-D) was ingedeeld, terwijl zij volgens haar recht had op de tarieven voor de categorie MS-Transport (MS-T).
Het College oordeelde dat Enexis in 2002 de juiste aansluiting had verleend en dat de indeling in tariefcategorieën correct was. De ACM had in haar geschilbesluit de klachten van [naam 1] ongegrond verklaard, en het College bevestigde deze beslissing. Het College stelde vast dat de indeling in tariefcategorieën afhankelijk is van het gecontracteerde transportvermogen en de fysieke aansluitwijze. Aangezien [naam 1] niet beschikte over een MS-T aansluiting, maar over een MS-D aansluiting, was de door Enexis in rekening gebrachte aansluitvergoeding terecht.
De beroepsgronden van [naam 1] werden door het College verworpen, waarbij werd benadrukt dat de netbeheerder het recht heeft om onderscheid te maken tussen verschillende aansluitingen en dat de tarieven in overeenstemming zijn met de geldende wet- en regelgeving. Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.