ECLI:NL:CBB:2018:354
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verval van procesbelang na ontbinding van appellante
In deze zaak heeft de appellante, een BV, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 3 december 2015, waarin een boete was opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wegens overtreding van de Wet op het financieel toezicht. De boete was aanvankelijk vastgesteld op € 2.000.000,-, maar na een tussenuitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 juni 2017, werd deze verlaagd tot € 397.500,-. Tijdens de procedure werd echter duidelijk dat de appellante per 31 mei 2017 was ontbonden en niet langer bestond. Dit werd bevestigd door zowel de AFM als de gemachtigde van de appellante. Het College heeft vastgesteld dat er geen procesbelang meer was bij de voortzetting van het hoger beroep, aangezien de appellante niet meer bestond. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan op 17 juli 2018 door een meervoudige kamer van het College, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.