ECLI:NL:CBB:2018:332
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Venekamp
- T. Pavićević
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, die onder de naam [naam 1] opereert, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellant had een aanvraag ingediend voor toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale reserve voor jonge landbouwers, maar deze aanvraag werd door de minister afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant minder dan 0,3 hectare subsidiabele landbouwgrond in gebruik had. De appellant had eerder 125,34 betalingsrechten toegewezen gekregen, maar deze werden ingetrokken omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van deze rechten.
De appellant heeft tegen de afwijzing bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft de appellant beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 25 juni 2018 was de minister vertegenwoordigd door een gemachtigde, terwijl de appellant niet aanwezig was. De appellant betwistte de conclusies die de minister had getrokken uit een rapport van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waarin werd gesteld dat hij geen subsidiabele hectares in gebruik had. De appellant voerde aan dat hij wel degelijk over de benodigde percelen beschikte, maar het College oordeelde dat de argumenten van de appellant niet voldoende waren om de afwijzing van de minister te weerleggen.
Het College concludeerde dat de minister terecht had vastgesteld dat de appellant op 15 mei 2015 niet het beheer had over subsidiabele hectares. De uitspraak van het College bevestigde de eerdere besluiten van de minister en verklaarde het beroep van de appellant ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juli 2018.