ECLI:NL:CBB:2018:211
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Randvoorwaardenkorting op rechtstreekse betalingen voor niet-naleving gewasbeschermingsmiddelen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] V.O.F. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft een randvoorwaardenkorting van 20% op de rechtstreekse betalingen voor het jaar 2016, opgelegd aan appellante vanwege niet-naleving van de regelgeving omtrent het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De minister had op 15 december 2016 een besluit genomen waarin deze korting werd vastgesteld, na constatering door toezichthouders van het Waterschap dat bij vier percelen bouwland de taluds van de aangrenzende bermsloten geelbruin verkleurd waren door het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Panic Free, dat glyfosaat bevat. Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 11 april 2017.
Tijdens de zitting op 14 maart 2018 heeft appellante betoogd dat er geen sprake was van opzettelijk handelen en dat de verkleuring van de taluds mogelijk het gevolg was van drift van spuitvloeistof of andere externe factoren. Het College heeft echter geoordeeld dat appellante bewust het risico van niet-naleving heeft aanvaard, gezien de omvang van de niet-naleving en het langdurig bestendige beleid omtrent het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De beroepsgrond van appellante dat de opgelegde korting onevenredig hoog was, werd eveneens verworpen, aangezien de wetgeving geen ruimte biedt voor een lagere korting bij opzettelijke niet-naleving.
Het College heeft geconcludeerd dat de minister terecht de randvoorwaardenkorting van 20% heeft toegepast en heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 april 2018.