4.2Verweerster stelt zich op het standpunt dat uit de statuten van de Stichting blijkt dat het bestuurslidmaatschap van de Stichting van rechtswege eindigt bij het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen. Het bestuurslidmaatschap van appellant is dan ook van rechtswege geëindigd doordat appellant in de schuldsanering terecht is gekomen en daarmee het vrije beheer over zijn vermogen heeft verloren, aldus verweerster.
5. Het Handelsregisterbesluit 2008 bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
De Kamer onderzoekt of een opgave afkomstig is van iemand die tot het doen ervan bevoegd is, en of de opgave juist is, tenzij in Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte reeds onderzoek naar gelijkwaardige eisen is verricht en hieruit blijkt dat de opgave aan de eisen voldoet.
De Kamer kan bij een onderzoek nadere bewijsstukken vragen.
Indien de Kamer ervan overtuigd is dat de opgave is gedaan door iemand die tot het doen ervan bevoegd is en van oordeel is dat de opgave juist is, gaat zij onverwijld over tot inschrijving.
De Kamer weigert om tot inschrijving over te gaan indien zij er niet van overtuigd is dat de opgave afkomstig is van een tot opgave bevoegd persoon.
De Kamer kan weigeren om tot inschrijving over te gaan indien:
a. de opgave strijdig is met een wettelijk voorschrift, het recht, de openbare orde of de goede zeden;
b. de opgave innerlijk strijdig of onvolledig is;
c. de opgave strijdig is met de reeds over de onderneming of rechtspersoon opgenomen gegevens;
d. de opgave strijdig is met gegevens uit een ander basisregister;
e. de Kamer gerede twijfel heeft over de juistheid van de opgave.”
De statuten van de Stichting, voor zover hier van belang, luiden als volgt:
“Artikel 8
1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. Door het overlijden van een bestuurslid;
b. Bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. Bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
d. Alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
2. Een bestuurslid kan te alleen tijde worden ontslagen door het bestuur; het desbetreffende besluit behoeft eenstemmigheid van alle andere bestuursleden dan de betrokkene in een vergadering waarin hetzij alle bestuursleden, hetzij alle bestuursleden behalve de betrokkene, aanwezig of vertegenwoordigd zijn.”