Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2018 in de zaak tussen
de maatschap [naam] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
de minister van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Overwegingen
17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (Verordening 809/2014). Daarin zijn de in die bepaling vermelde gegevens opgenomen. Hoewel het rapport zelf niet specifiek de besluiten en normen bevat ten aanzien waarvan niet-nalevingen zijn vastgesteld, moet worden vastgesteld dat deze besluiten en normen wel specifiek worden vermeld in de Checklist, zodat de eisen en normen waarop de controle betrekking had voor verweerder in zoverre duidelijk waren. Artikel 72 stelt niet de eis dat de landbouwer in de gelegenheid wordt gesteld om het controleverslag te ondertekenen. Anders dan appellante aanvoert, bevat deze Checklist onder het kopje ‘Beoordeling” een evaluatie van de vastgestelde niet-nalevingen. Tot slot acht het College van belang dat het rapport aan appellante ter beschikking is gesteld via “Mijn dossier” op de website “mijnrvo.nl” en dat appellante in de gelegenheid is gesteld, van welke gelegenheid zij ook gebruik heeft gemaakt, te reageren op de voorgenomen randvoorwaardenkorting alvorens verweerder het primaire besluit heeft genomen. Er bestaat dan ook geen grond voor het oordeel dat verweerder zijn besluitvorming niet mocht baseren op het rapport.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt de minister van Justitie en Veiligheid op het betaalde griffierecht van € 334,-aan appellante te vergoeden
- veroordeelt de minister van Justitie en Veiligheid in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.002,-;
- veroordeelt de minister van Justitie en Veiligheid om aan appellante een vergoeding voor immateriële schade van € 500,-- te betalen.