ECLI:NL:CBB:2017:77
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herberekening van bedrijfstoeslag en terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] V.O.F. en de Staatssecretaris van Economische Zaken. De appellante, [naam 1] V.O.F., had beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris, waarbij de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012 opnieuw was vastgesteld en een terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen was aangekondigd. De Staatssecretaris had de bedrijfstoeslag herberekend van € 29.806,75 naar € 27.407,26, waarbij een sanctiekorting was toegepast vanwege een onjuiste opgave van de oppervlakte van de percelen.
De appellante betoogde dat er geen grondslag was voor de herberekening, omdat er geen nieuwe informatie was. Het College oordeelde dat de terugvordering niet verjaard was, omdat de appellante tijdig op de hoogte was gesteld van de onverschuldigde betaling. Het College stelde vast dat de appellante niet had aangetoond dat de onverschuldigde betaling het gevolg was van een fout van de bevoegde autoriteit, en dat de verantwoordelijkheid voor een juiste aanvraag bij de landbouwer ligt.
Het College concludeerde dat de appellante niet in staat was om te bewijzen dat haar geen schuld treft voor de onjuiste opgave van de perceeloppervlakte. De uitspraak eindigde met de beslissing dat het beroep ongegrond werd verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 maart 2017.