1.6De Uitvoeringsregeling luidde, ten tijde en voor zover van belang, als volgt:
“(…)
Artikel 2.1. Bevoegdheden minister
1. De minister wijst op aanvraag aan de landbouwer betalingsrechten toe overeenkomstig artikel 24 (…) van Verordening (EU) nr. 1307/2013.
2. De minister verstrekt rechtstreekse betalingen inzake de:
a. basisbetalingsregeling overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1307/2013;
(…)
Artikel 2.7. Toewijzing van betalingsrechten bij koop of huur van bouwland
1. Landbouwers kunnen met inachtneming van het tweede lid bij verkoop of verhuur van een landbouwbedrijf of een deel ervan bepalen dat de toe te wijzen betalingsrechten, overeenkomstig artikel 20, respectievelijk artikel 21 van Verordening (EU) nr. 639/2014 worden overgedragen aan de koper respectievelijk de huurder van het desbetreffende landbouwbedrijf of het desbetreffende deel ervan.
2. De grootte van het landbouwbedrijf of het deel ervan, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten minste 0,3 subsidiabele hectare.
Artikel 2.8. Berekening van betalingsrechten
De minister stelt de waarde van de betalingsrechten die aan een landbouwer worden toegewezen vast op basis van de berekening overeenkomstig artikel 25, tweede lid, en artikel 26, derde lid, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en met toepassing van een verhoging van 3% als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.
Artikel 4.2. Verzamelaanvraag
1. De landbouwer die aanspraak maakt op rechtstreekse betalingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, maakt voor de aanvraag van betalingsrechten alsmede de activering van betalingsrechten en de aanvraag van betalingen gebruik van de verzamelaanvraag.
2. De verzamelaanvraag wordt volledig en naar waarheid door de landbouwer ingevuld, ondertekend en gedagtekend met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.
3. Behoudens de toepassing van artikel 12, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 640/2014 wordt de verzamelaanvraag in de periode van 1 april tot en met 15 mei ingediend bij de minister.
4. Bij de verzamelaanvraag legt de landbouwer alle bewijsstukken over die de minister nodig acht voor de beoordeling van de aanvraag.
(…)
6. In afwijking van het derde lid wordt de verzamelaanvraag in het kalenderjaar 2015 bij de minister ingediend in de periode van 1 april tot en met 15 juni.
(…)”.
Artikel 4.4. Overdracht rechten bij verkoop of huur
1. (…)
2. De verkoper of verhuurder van het landbouwbedrijf of een deel ervan doet de aanvraag tot toewijzing van betalingsrechten bij een overdracht als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, aan de minister met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 4, eerste lid, respectievelijk artikel 5, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 641/2014.
3. De koper of huurder van het landbouwbedrijf of een deel ervan, bedoeld in het tweede lid, identificeert de verkochte respectievelijk verhuurde percelen waarop de koop respectievelijk huur betrekking heeft.
4. De aanvragen, bedoeld in het eerste of het tweede lid, worden volledig en naar waarheid door de landbouwer ingevuld, ondertekend en gedagtekend.
5. Artikel 4.2, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aanvragen, bedoeld in het eerste en tweede lid.