Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juni 2017 in de zaak tussen
[naam] , te [plaats] , appellant
staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
30 maart 2017 heeft verweerder zijn nadere standpunt ingediend. Bij brief van 8 april 2017 heeft appellant een reactie ingediend. Partijen hebben nadien schriftelijk kenbaar gemaakt dat het College zonder nadere zitting uitspraak kan doen. Het College heeft daarop het onderzoek gesloten.
Overwegingen
.Echter, dit leidt echter niet tot vernietiging van het bestreden besluit nu appellant op dit standpunt ter zitting en nadien bij zijn reactie van 7 april 2017 daarop heeft kunnen reageren en dat ook heeft gedaan. Appellant betwist ook niet dat het verschil minder dan 2% is.
€ 56,- (8 x € 7,-). De totale voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten stelt het College op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 114,62.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan appellant te vergoeden;
€ 114,62.