Artikel 4.2.58. Subsidieaanvraag
1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een deelnemer in een samenwerkingsverband voor het uitvoeren van een iDEEGO-project.
(..)
Artikel 4.2.62. Afwijzingsgronden
De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:
a. na toepassing van artikel 4.2.63, eerste lid, minder dan 5 punten per criterium zijn toegekend;
b. na toepassing van artikel 4.2.63, eerste lid, minder dan 23 punten zijn toegekend;
(..)
Artikel 4.2.63. Rangschikkingscriteria
1 De minister kent aan een project een hoger aantal punten toe naarmate:
a. het project meer bijdraagt aan de doelstellingen van ten minste één van de iDEEGO- programmalijnen, opgenomen in bijlage 4.2.8;
b. de mogelijke bijdrage van het project aan de Nederlandse economie groter is;
c. het project vernieuwender is ten opzichte van de internationale stand van onderzoek of techniek en de Nederlandse kennispositie meer versterkt;
d. de kwaliteit van het project beter is, blijkend uit de uitwerking van aanpak en methodiek, de omgang met risico’s, de uitvoerbaarheid, de deelnemende partijen en de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet.
2 De minister kent per onderdeel van het eerste lid ten minste één en ten hoogste 10 punten toe.
3 Voor de rangschikking wordt het aantal punten gegeven voor het eerste lid, onderdeel a, vermenigvuldigd met 20, het eerste lid, onderdeel b, vermenigvuldigd met 20, het eerste lid, onderdeel c, vermenigvuldigd met 30 en het eerste lid, onderdeel d, vermenigvuldigd met 30 en vervolgens opgeteld.
4 De minister rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger naarmate in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.
5 Geen subsidie wordt verleend voor een project dat lager is gerangschikt dan een soortgelijk project.