2.1De klacht, zoals weergegeven in de uitspraak van de accountantskamer, welke weergave door partijen niet wordt bestreden, houdt in dat betrokkenen hebben gehandeld in strijd met de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels, in het bijzonder met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en professioneel gedrag. Aan de klacht hebben appellanten de volgende verwijten ten grondslag gelegd:
1. Een kantoor dat bij de acceptatie van een cliënt niet weet of het kantoor ten opzichte van die relatie ‘vrijstaat’, heeft een ondeugdelijke kantoororganisatie;
2. Betrokkenen [betrokkene 2] en [betrokkene 3] hadden [naam 8] en [naam 7] nimmer als klant mogen accepteren. Indien zij dat niet hadden gedaan, had het dossier van appellanten er ook volstrekt anders uit gezien.
3. Betrokkenen [betrokkene 2] en [betrokkene 3] wisten in augustus 2012, voordat zij [naam 8] als cliënt accepteerden, van de benadelingen en van het feit dat de boekhouding van [naam 9] niet deugde. In november 2012 wisten zij dat die benadeling ook de vennootschappen van appellanten betrof. Hen valt te verwijten dat zij niets hebben ondernomen en voor het geval zij dat wel hebben gedaan, valt betrokkene [betrokkene 1] te verwijten dat hij niet heeft opgetreden;
4. Betrokkene [betrokkene 1] heeft niet integer gehandeld door de belangen van appellanten niet te behartigen toen hij in maart 2013 werd geïnformeerd;
5. Betrokkene [betrokkene 1] heeft onzorgvuldig en niet integer gehandeld door zich te distantiëren van dit dossier en mede als gevolg daarvan jaarcijfers te produceren die geen volledig en getrouw beeld geven van de werkelijke financiële situatie van de ondernemingen van appellanten;
6. Betrokkene [betrokkene 1] heeft onzorgvuldig en niet integer gehandeld, zowel met betrekking tot de door hem aan appellanten gegeven informatie als wel vanwege het feit dat hij, wetende dat de administratie van [naam 9] niet deugde, geen maatregelen heeft getroffen om een en ander alsnog te corrigeren;
7. Betrokkene [betrokkene 1] heeft, alhoewel het onzorgvuldig handelen in het kader van de overname/due diligence in het kader van de afrekening van de rekening-courantverhouding meer dan zes jaar geleden is, de daardoor ontstane onjuistheden in de boekhouding niet gecorrigeerd toen hij daarvan op de hoogte was en dat was in ieder geval voordat hij de jaarstukken 2012 opmaakte;
8. Betrokkene [betrokkene 1] heeft met zijn vermeende integriteitscrisis [naam 8] een dienst bewezen. Door zich niet te distantiëren, geen actie te ondernemen en ook geen onderzoek te doen naar het verleden en de cijfers van [naam 9] , heeft betrokkene [betrokkene 1] de schijn van partijdigheid op zich geladen;
9. Betrokkenen hadden op basis van hun eigen constateringen niet alleen [naam 8] als cliënt moeten weigeren of hem onmiddellijk van kantoor moeten sturen, maar zij hadden de door hen geconstateerde handelingen ook moeten melden;
10. Betrokkenen hebben niet zorgvuldig en niet integer gehandeld door het bagatelliseren van de belangen van appellanten en van de onderliggende dossiers, en door het stellen van feiten en omstandigheden in strijd met de waarheid, ook in het kader van de tuchtprocedure;
11. Betrokkenen valt te verwijten dat zij zichzelf in deze situatie hebben gemanoeuvreerd en dat zij en hun kantoororganisatie niets hebben gedaan om dit soort bedreigingen te voorkomen of uit te sluiten, en zelfs niet achteraf te corrigeren.