Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 maart 2016 in de zaak tussen
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (KNMT)te Nieuwegein, appellante
(gemachtigden: mr. M.Ph.M. Wiggers, mr. J. Ruigewaard en mr. S.J.D. Werdmölder),
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
Procesverloop
Overwegingen
In de tariefbeschikking is onder meer bepaald dat het maximumtarief met maximaal 10% mag worden verhoogd als de patiënt aan wie de prestatie is geleverd is verzekerd bij een zorgverzekeraar waarmee de tandarts een overeenkomst heeft afgesloten waarin dat hogere tarief voor die prestatie is overeengekomen.
Ten grondslag aan de tariefbeschikking ligt de Beleidsregel Tandheelkundige Zorg (BR/CU-7093), verder: de beleidsregel) en de daartoe door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de minister) gegeven Aanwijzing van 12 juli 2012 (MC-U-3122858, verder: de aanwijzing). In de aanwijzing heeft de minister aan verweerster opgedragen tarieven vast te stellen voor, voor zover in dit geding relevant, de aanvullende mondzorg. Ter uitvoering van de aanwijzing heeft verweerster de beleidsregel vastgesteld, waarin is neergelegd hoe de tarieven zijn opgebouwd en hoe de maximumtarieven tot stand komen.