In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 december 2016 uitspraak gedaan in het geschil tussen Dow Netwerk B.V. en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over een ontheffingsbesluit. Dow had op 12 november 2015 een ontheffing aangevraagd van de verplichting om een netbeheerder aan te wijzen voor een gesloten distributiesysteem (GDS) op een industrieterrein. ACM verleende deze ontheffing, maar Dow ging in beroep tegen dit besluit. Trinseo Netherlands B.V. vroeg om als derde-belanghebbende aan de procedure deel te nemen, wat het College voorlopig toestond.
Tijdens de zitting op 27 september 2016 werd het belang van Trinseo besproken, maar het College oordeelde dat Trinseo geen rechtstreeks belang had bij het ontheffingsbesluit. De belangen van Trinseo waren afgeleid en niet direct betrokken bij de beoordeling van het ontheffingsbesluit. Het College concludeerde dat Trinseo niet langer als derde-belanghebbende kon worden toegelaten.
Dow voerde aan dat ACM het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel had geschonden door onvoldoende onderzoek te doen naar de feiten. Het College overwoog dat de definities in de Elektriciteitswet uitsluiten dat een elektriciteitsleiding zowel een directe lijn als een GDS kan zijn. Het College verklaarde het beroep van Dow ongegrond, omdat de beroepsgrond dat de leidingen een directe lijn vormen buiten bespreking moest blijven. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een eigenaar om een melding te doen van een directe lijn indien van toepassing. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en de proceskosten werden niet toegewezen.