ECLI:NL:CBB:2016:401
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- R.R. Winter
- R.W.L. Koopmans
- S.C. Stuldreher
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet tijdig nemen van HBAG-heffingsbesluiten door de Minister van Economische Zaken
In deze zaak hebben appellanten in verzet, waaronder [naam] B.V. uit [plaats], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van HBAG-heffingsbesluiten over het jaar 2009 door de Minister van Economische Zaken. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven had eerder, op 21 juni 2016, de beroepen niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellanten hebben verzet aangetekend tegen deze uitspraak en verzocht om gehoord te worden. De zitting vond plaats op 25 oktober 2016, waarbij de appellanten werden bijgestaan door hun gemachtigde, mr. drs. M. van der Laarse.
Het College heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het verzet uitsluitend betrekking heeft op de vraag of het College ten onrechte tot vereenvoudigde behandeling is overgegaan. Het College had eerder geoordeeld dat er geen ambtshalve verplichting bestond om een heffingsbesluit te nemen, en dat de ingebrekestelling van appellanten prematuur was ingediend. Echter, na het horen van de argumenten van appellanten, concludeert het College dat de eerdere uitspraak niet voldoende rekening heeft gehouden met de wijziging van de Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2009, die terugwerkende kracht heeft tot 1 januari 2009.
Het College heeft uiteindelijk geoordeeld dat het verzet gegrond is en dat de eerdere uitspraak vervalt. Het onderzoek naar de zaak wordt hervat in de stand waarin het zich bevond, waarbij ook het primaire besluit van 10 maart 2016 van de Minister van Economische Zaken zal worden betrokken. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer op 6 december 2016, en is openbaar uitgesproken.