Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 september 2016 in de zaak tussen
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
[naam 5] aanwezig.
Overwegingen
–landbouwonderneming: onderneming waarin de primaire productie van landbouwproducten plaatsvindt;
Voor verweerders opvatting dat alle activiteiten van de onderneming dienen te worden betrokken in het energieverbruik per vierkante meter kasoppervlak ziet appellante evenmin grondslag in de Regeling, aangezien met de vermelding van “de onderneming” wordt verwezen naar de landbouwonderneming, zijnde de primaire producent. Appellante stelt dat de subsidie betrekking heeft op het energieverbruik van de glasopstand. Het drogen van bollen valt buiten de primaire productie en het door haar ten tijde van de aanvraag en het bezwaar gespecificeerde energieverbruik hiervan dient niet in het energieverbruik per vierkante meter kasoppervlak betrokken te worden. Hiervoor pleit volgens appellante tevens dat de droogcel een afzonderlijke, aan de kas gebouwde ruimte is die bezwaarlijk kan worden aangemerkt als een tuinbouwkas. Zij wijst in dat kader op de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 16 december 2008 (ECLI:NL:RBALK:2008:BG9237). Ook wijst zij erop dat verweerder in een andere zaak de Regeling genuanceerd heeft toegepast. Verder valt niet in te zien hoe een tweede energiescherm in een glasopstand tot een energiebesparing in een droogcel zou kunnen leiden.