ECLI:NL:CBB:2016:246
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Venekamp
- H. Bolt
- H.B. van Gijn
- Rechtspraak.nl
Subsidiabiliteit van kosten voor asbestsanering en dakvervanging onder de Regeling GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de staatssecretaris van Economische Zaken over de subsidiabiliteit van kosten in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De appellant had een aanvraag ingediend voor subsidie voor het verduurzamen van een bewaarplaats door het verwijderen van asbest. De totale investering voor de renovatie was begroot op € 43.818,84, waarvan € 9.158,40 voor de asbestsanering. De staatssecretaris heeft de subsidieaanvraag afgewezen, omdat alleen de kosten voor het verwijderen van asbesthoudende materialen subsidiabel zijn en het bedrag voor asbestsanering onder het drempelbedrag van € 15.000 ligt.
De appellant betoogde dat de aanvraag ten onrechte was afgewezen, omdat de totale kosten van het project hoger zijn dan het drempelbedrag en dat het vervangen van het dak ook onder de subsidiabele kosten valt. De staatssecretaris daarentegen stelde dat het vervangen van het dak niet onder herbouw valt en dat de subsidie alleen bedoeld is voor de kosten van asbestsanering. Het College heeft de argumenten van de appellant en de staatssecretaris zorgvuldig afgewogen.
Het College concludeerde dat de regeling expliciet gericht is op het subsidiëren van de kosten voor het verwijderen van asbest en niet voor de kosten van vervangende onderdelen, zoals een nieuw dak. De uitspraak benadrukt dat de wetgever met de regeling beoogde om asbest uit het milieu te verwijderen en dat de toevoeging van de zinsnede "niet zijnde de herbouw van een bewaarplaats" de intentie van de regeling verduidelijkt. Het College verklaarde het beroep van de appellant ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.